Maak kennis met het leven van de Pretoriase held Paul 'Oom Paul' Kruger in het museum Krugerhuis, zijn oude woning. Je ziet er interessante objecten, zoals het mes waarmee de president van de Transvaalse Republiek zijn duim amputeerde, je leert er over zijn verbanning naar Europa en je ziet hoe hij en zijn vrouw aan het eind van de 19e eeuw leefden.
Toen de Britten de Transvaalse Republiek rond de eeuwwisseling binnenvielen, voerde president Kruger het verzet tegen hen aan. Je vindt zijn standbeeld in het midden van het Kerkplein, enkele straatblokken naar het oosten in het centrum van Pretoria.
Kruger woonde in het gebouw dat nu het Krugerhuis is tot aan zijn verbanning in 1900. Wandel door de gerenoveerde woongedeelten van zijn huis. Antieke meubels, waaronder vele van Krugers originele bezittingen, zijn er op dezelfde manier neergezet als toen hij er woonde. Merk de stenen leeuwen op bij de vooringang. Kruger ontving deze in 1896 als verjaardagscadeau van een mijnmagnaat.
Nadat je de woonruimten hebt bekeken, ga je naar de twee tentoonstellingszalen van het museum waar je je in het leven van Kruger kunt verdiepen. Volg zijn strijd tegen het Britse imperialisme, zijn reis door Europa nadat hij uit Zuid-Afrika was verbannen en leer over zijn dood in Zwitserland in 1904. In een gouden buste herken je de voormalige president met de kenmerkende lange baard en het kale hoofd.
De permanente tentoonstellingen bevatten veel opmerkelijke voorwerpen uit het leven van Kruger. Zo zie je het mes waarmee hij zijn duim na een schietongeluk amputeerde. Ook zie je de presidentiële wagon waarmee hij tijdens de oorlog tegen de Britten door het land reisde.
Het Krugerhuis werd in 1934 geopend. Voordat het een museum werd, waren er een particulier hotel en een kraamkliniek in gevestigd. In het naastgelegen gebouw was ooit het hoofdbureau van politie gevestigd.
Het Krugerhuis ligt iets ten westen van het Kerkplein en is vanuit het centrum van Pretoria gemakkelijk te voet of met de bus te bereiken. Bij het museum kun je niet parkeren, maar in de omliggende straten vind je voldoende openbare parkeergelegenheid. Het museum is dagelijks open en er wordt entreegeld geheven.
